Het 'Monestir de Santa Maria de Poblet', gelegen op het grondgebied van Vimbodí i Poblet (Tarragona), is een cisterciënzer abdij dat sinds 1991 op de lijst van Werelderfgoed van de UNESCO staat. Behalve een 12de eeuwse kerk maken verschillende kloostergebouwen en zelfs een gotisch koninklijk paleis er deel van uit. Daarnaast is er een 14de eeuws pantheon te vinden van de vroegere koningen van Catalonië en Aragón. Het complex geldt als representatief voor de cisterciënzer stijl uit de late middeleeuwen.
In 1151 werd het klooster opgericht door cisterciënzer monniken uit Frankrijk. Dit ging onder bescherming en met donaties van de toenmalige graaf van Barcelona. De bedoeling was om er landbouw te bedrijven, in verschillende boerderijen met aan het hoofd van elk een monnik bijgestaan door lekenbroeders, dorpsbewakers en tuinmannen. Het klooster moest op die manier alles hebben wat nodig was om te overleven zonder afhankelijk te zijn van buitenaf. Tegen het einde van de 17de eeuw waren er 17 van dergelijke boerderijen in het klooster te vinden. Daarnaast waren er een ziekenhuis, een apotheek, begraafplaatsen, kruidentuinen, molens, bakkerijen en zelfs een gevangenis.
Polititieke macht
De abt van het klooster bezat dezelfde bevoegdheid als een feodale heer. Die juridische macht oefende hij niet enkel uit over eigen grondgebied maar ook over andere plekken in Catalonië en Aragón, en zelfs in de Cortes, het parlement van Catalonië. In de 14de eeuw kende de Aragonese koning Pedro IV aan de abt, en bij diens afwezigheid aan de daartoe aangewezen monnik, de titel toe van koninklijk aalmoezenier. Zo mocht hij de koning vergezellen bij zijn veldslagen en werd hij regelmatig als raadgever en ambassadeur aangewezen.
Die politieke macht zou ervoor zorgen dat het klooster ook steeds grote schenkingen ontving, waardoor het tot grote bloei kon komen. Dat vond een ander hoogtepunt in 1340 toen de koning er het pantheon liet bouwen, met plaats voor 16 tombes. Hier ligt heden o.a. Martín I el Humano begraven, de koning, die aanzet gaf tot de bouw van een koninklijk paleis in gotische stijl in het klooster. Toen hij overleed werd dit project overigens gestaakt en pas in 1966 zou het worden voltooid. Heden ten dage is daarin het museum van het klooster geherbergd.
In de achttiende eeuw zou het klooster langzamerhand tot verval raken totdat het in 1822 zelfs verkocht en geheel verlaten werd. In de daarop volgende periode zou het onderhevig zijn aan brandstichtingen en plunderingen. In 1833, tijdens de >>eerste Carlistische oorlog, werden ook de graven vernietigd, omdat met er begon te zoeken naar goud en juwelen.
Restauratie
In 1930 begon men aan een restauratie, waarna men het vijf jaar later weer in gebruik kon nemen voor de eredienst. In 1940 kwam de abt met enkele monniken naar het klooster terug. Nu wonen er nog ongeveer vijftig monniken en kreeg de abdij in 2010 de hoogste Catalaanse onderscheiding, de 'Medalla d'Or de la Generalitat', wegens zijn culturele en historische waarde.
Het klooster is tegenwoordig geopend voor bezoekers. Er kunnen meesterwerken uit vele periodes bezichtigd worden, waaronder de grote albasten retabel uit 1529 van >>Damian Forment (1480-1540). Het is te vinden in de 12de eeuwse kerk, in het midden van het complex. Ten noorden daarvan staat een groep monastieke gebouwen, waaronder het grote klooster met zijn fontein. Ook de omgeving, rijk aan vegetatie en vooral populierbossen, is erg de moeite waard. Tegenwoordig is dat een park van 2.100 hectare, dat in 1984 werd uitgeroepen tot 'Natuurpark van nationaal belang'.